Op de dag van de crematie scheert de zoon van de overledene zich kaal. Of als dat niet gaat zal een andere man van de familie zich kaal moeten scheren. Dit doet hij omdat hij bij de uitvaartplechtigheden als offeraar optreed.

De overige mannen in de familie scheren zich pas weer voor de eerste keer sinds het overlijden van de overledene na  de crematie.

In het crematorium wordt er de plechtigheid gehouden waarbij de priester vijf eivormige balletjes van Rijstmeel, honing, melk, klare boter, suiker en sesamzaad gemaakt, in doeken worden gelegd en geofferd door ze in de kist van de dode te leggen. Een bij iedere hand, een bij de buik, een bij de voeten en een bij het hoofd. Deze balletjes worden ‘Pindhs’ genoemd. Eten symboliseert voor de hindoe het leven. Naast het leven wordt het eten ook beschouwd als een manifestatie van het goddelijke. Zonder eten kon de overledene namelijk helemaal niet hebben bestaan. Het Pindh-ritueel is een eerbetoon aan de brahm.

Het aantal balletjes (5), staat voor de vijf elementen en de eivorm staat voor de twee-eenheid van het lichaam en de ziel.

Naast de balletjes leggen de nabestaanden ook nog bloemen, geurige stoffen en rijstkorrels in de kist en zingen en bidden daarbij. Na dit ritueel wordt de kist gesloten en door een doek bedekt vervolgd het zijn weg naar het crematorium. Bij het crematorium dragen de mannen uit de familie me de zoon of zonen voorop, de kist naar binnen. Dan wordt er tijdens de reis naar de oven vijf maal gestopt om de baar neer te zetten. Ook dit is een eerbetoon aan de Brahm.

De nabestaanden leggen ook nog bloemen, geurige stoffen en rijstkorrels in de kist en bidden en zingen daarbij. Vervolgens wordt de kist gesloten, met een doek bedekt en naar het crematorium gebracht. Bij het crematorium dragen de mannen uit de familie met de zoon of de zonen voorop, de kist naar binnen. Volgens gebruik wordt onderweg vijf maal gestopt om de baar even neer te zetten.

De brahm (ook wel brahman genoemd) wordt gepersonifieerd door Brahma, de god van de Brahm. De Brahm staat voor het goddelijk oerbeginsel van alles wat bestaat.